Als je geen lekkere appeltaart kunt bakken is dat…jammer.
Zo vind ik ‘m lekker, maar eigenlijk doe ik maar wat (levensmotto?) en pas ik het recept iedere keer wel iets aan. Al is het maar om een restje muffe nootjes kwijt te raken of omdat je zin hebt in extra veel rozijnen of meer frisse KICKS met extra citroen.
Het stoeien met de uitgerolde plak amandelspijs vraagt wat skills, maar na een keer of 100 leg je ‘m erin als een pasgeboren baby in haar wieg.
Eng hoor al die suiker en boter! Maar lekker is het (daardoor) wel.
Ingrediënten
- 300 gr bloem
- 200 gr witte basterdsuiker (150 + 50 gr)
- 175 gr koude boter in blokjes
- 2 eierdooiers losgeklopt
- 6 flinke appels (ik zeg elstar)
- 3 eetlepels griesmeel
- 2 theelepels koek- en speculaaskruiden
- 100 gr rozijnen
- rasp van halve citroen
- flinke hand walnoten/pecanoten
- mespunt zout
Voor laag spijs
- 150 gr amandel spijs
- 1 eetlepel zachte boter
- 1 eierdooier
Deeg maken in keukenmachine: Bloem, 150 gr basterdsuiker, boter, 1 eierdooier, 1 eetlepel koud water en zout. Stevig deeg vormen en dikke worst van maken, in keukenfolie in koelkast min. 30 min. laten rusten. Oven voorverwarmen op 175 °C.
Appels schillen en in grove kwarten snijden. Rozijnen even laten wellen in heet water. In een schaal de appels omscheppen met de rozijnen, 2 eetlepels griesmeel, koekkruiden, citroenrasp, grofgehakte noten en de rest van de basterdsuiker. Amandelspijs vermengen met de boter en eierdooier. Worstje van maken en in de koelkast leggen. Deeg uitrollen en hiermee een ingevette springvorm bekleden (⅓ deeg overhouden voor bovenkant strookjes gedoe).
Bodem bestrooien met rest van griesmeel. Amandelspijs uitrollen tussen twee lagen plasticfolie. Helft van appelmengsel in vorm kukelen, amandellap op het appelmensel leggen (ja dit is lastig) en de hierna de rest erop droppen. Bovenkant met repen deeg bekleden en inclusief de rand besmeren met eierdooier. In de over zetten ca. 1 uur en 15 min.
